Met een glimlach strompel ik de vergane marmeren trap af. Het is zaterdagmorgen, een uur of tien. Ik ben niet het type dat een gat in de dag slaapt: daarvoor is het buiten te mooi weer en is deze stad te mooi. Wanneer ik om me heen kijk, zie ik dat mijn vrienden nog liggen te slapen. Het is een aandoenlijk gezicht en ik besluit ze maar te laten.
Het was een uur of vijf toen wij de lichten doofden. Het was een mooie nacht waarin de sterren onze vrienden waren. Een hotel kun je het niet eens noemen, eerder een hostel. Gammele stapelbedden, wc’s en douches op de gang. Het maakt niet uit, je komt hier immers om te slapen, toch? In de lobby check ik mijn Facebook even. Veel berichten over hoe het met me gaat, of ik niet iets mis en wel goed eet. Ik scrol, lees en reageer op een foto van mijn broertje. Het heeft toch wel iets melancholisch dat alles ineens zo ver weg is. Misschien is het ook wel even goed.
Lichtelijk brak
Ik krijg dorst en bestel een flesje water voor 70 Forinten bij de receptie. De vrouw vraagt of ik goed geslapen heb. “Ach, het gaat wel.” Ik vertel er niet bij dat de bedden alles behalve comfortabel zijn. Nederlanders staan bekend om hun gezeik. Ik ben zelf ook zo’n type dat overal over klaagt. Mijn voornemen tijdens deze reis is om een positiever beeld van het Nederlandse volk neer te zetten. Je begint immers bij jezelf. Er is sowieso geen reden tot zeuren: dit hostel kost immers bijna niets. Wanneer ik weer rustig in de lobby ga zitten, komt een van mijn vrienden binnenlopen: “Het was weer een mooie avond, Vin.”
Ja, dat was het zeker. Ik kijk hem lachend aan, nog lichtelijk brak van afgelopen nacht. Het maakt niet uit, de zon gaat me helpen. Met die gedachte in mijn achterhoofd verlaat ik het hostel en loop de straten van deze wereldstad in. Een hostel midden in het centrum heeft zo zijn voordelen. Het is warm, een graad of 40. Ik besluit mijn zonnebril op te zetten en mijn zonnebrand uit de tas te halen. Ik ben blond, redelijk bleek en snel rood. Ik heb geen zin om vanavond als een kreeft tussen mijn vrienden te zitten. Goed insmeren dus. Ondertussen pak ik mijn oortjes en draai ‘Zo ver’ van Frank Boeijen. “Zo ver mogelijk van huis, daar voel ik me goed.” Frank heeft gelijk, het is echt zo. Wanneer je ver van huis bent, kom je werkelijk tot rust. Ook ga je nadenken. Je gaat als het ware met een helicopterview naar je leven tot nu toe kijken. Wat is er gebeurd de afgelopen jaren, hoe ben ik hier in godsnaam terecht gekomen?
Hanzestad Kampen
Het was tegen de zomer van 2013 toen ik als een idioot aan het zoeken was naar een opleiding. Ik had in Zwolle de opleiding verkoopspecialist versneld afgerond en wilde iets anders gaan doen, het liefst met mijn grote passie schrijven. Ik had net mijn tweede dichtbundel ‘De zichtbare ziel’ uitgebracht en was vooral zoekende. Ik kende mezelf nog niet zo goed, wist niet wat ik wilde met mijn leven en zag mijn toekomst als een grote mistbank.
Na een open dag van de MHBO-academie in Utrecht was ik meteen verkocht. Journalistiek en Communicatie, dat leek mij wel wat. Na een rustige zomervakantie ging het daadwerkelijk gebeuren. Het reizen was wennen; ik woon immers in de mooie Hanzestad Kampen. Mocht je Kampen niet kennen: het is een heel eind weg. Tijdens het eerste jaar leerde ik veel nieuwe mensen kennen. Ik raakte bevriend met Grady, Hidde en Tim. We waren nog onwetend over wat er de toekomst zou gaan gebeuren. De toekomst had iets voor ons in petto, dat wisten we wel. Tijdens de vele avonden bij een van ons thuis leerden we elkaar goed kennen. We zijn vier totaal verschillende mensen, maar van binnen lijken we toch veel op elkaar. Het schiep een band, een band die steeds sterker werd.
Wat is er gebeurd de afgelopen jaren, hoe ben ik hier in godsnaam terecht gekomen? |
Vrienden
En nu sta ik hier aan de rivier mijn laatste pakje sigaretten uit Polen weg te roken. Samen met Grady, Hidde en Tim kwamen we gisteren aan in deze bijzondere stad. Het is voor het eerst dat we samen zo ver van huis zijn gegaan. Wonderlijk hoe sommige dingen kunnen lopen. Mij bekruipt een gevoel van dankbaarheid. Dankbaarheid dat ik al deze wonderschone dingen mag ervaren en dankbaarheid dat ik hier met mijn goede vrienden ben. Vrienden die voor je klaar staan wanneer het minder gaat. Vrienden die samen met je lachen, drinken en natuurlijk ook serieus zijn wanneer dat nodig is.
Het feit dat ik hier nu ben, begon als een grap van een goede vriendin van mij. Ze vertelde iets over een Interrail-reis. Een treinticket dat twee weken geldig is in bijna heel Europa. Lachend legde ik het de jongens voor. “Nou Vincent, dat is nog niet eens zo’n slecht idee.”
Nog geen half jaar later ging het daadwerkelijk gebeuren. Via Praag, Warschau en Krakau zijn we nu hier. Mijn god, wat is het hier mooi zeg! De oude gebouwen, de mensen, de sfeer, het eten. Alles is nog mooier dan op de foto`s in mijn grote koffietafelboek ‘Reizen in Europa’.
Genieten
Ik zet wat zinnen op papier. Misschien een nieuw gedicht? Dat zie ik wel wanneer ik thuis ben. Lachend wijst een local mij de weg terug naar het hostel. Normaal gesproken heb ik een plattegrond bij me, zoals een echte toerist. Helaas zat de plattegrond van de stad in mijn reisgids, die nog ergens in een koffer moet liggen.
De avond begint met ‘uit eten’ bij een soort pub. Het eten is warm, maar daar houdt het ook mee op. Gelukkig smaakt het bier ons zeer goed. Ach, de bodem voor een nieuwe nacht is gelegd. Samen met een stel Zweden, die boven in het hostel zitten, gaan we richting het beroemde plein. Ik ben even de naam van het plein kwijt, maar het is erg bekend. Jongeren uit de hele wereld komen er samen om te drinken, te filosoferen en muziek te maken. De sfeer is er ongedwongen, zelden agressief. En wij als Nederlanders verwonderen ons om dit speciale samenzijn. We trekken onze blikjes bier open en proosten op onze vriendschap en de toekomst. Hoe die eruit ziet? Dat zien we vanzelf wel. Laat ons voor nu even genieten van deze stad uit duizend en een nachten. Laat ons genieten, hier in het prachtige Boedapest.
©Vincent Corjanus