Amsterdam in de regen heeft iets wonderlijks. Honderden Chinezen schuilen onder ‘I love Amsterdam’ paraplu`s, terwijl de Amsterdammers met zure gezichten zich een weg banen door de toeristenstroom richting het Centraal.
Het enige wat ons samenbrengt op deze plek, is het reizen; het is interessant om te filosoferen waar mensen heengaan. Een mevrouw met een baret gaat beslist naar Gare du Nord, dat staat buiten kijf. Ze wordt bijna omgeduwd door een jong, blond meisje. Ze snelt richting spoor 10: Almere-Centrum.Het meisje is duidelijk buiten adem wanneer zij de trein in rent. Toch kan ze nog een zitplek bemachtigen, een zeldzaamheid.
De trein verlaat langzaam het station met een hoop lawaai van de schurende wissels. De hoofdstad lacht ons nog even toe, totdat de lichtjes niet meer zichtbaar zijn. De middag is avond geworden, het wordt steeds moeilijker te onderscheiden op welke plek we nou werkelijk zijn. Het enige wat te zien is, is de schaduw van de passagier in de ramen. Het meisje heeft het duidelijk naar haar zin en kijkt haar spiegelbeeld lachend aan. Het vervelende plukje haar borstelt ze even weg, terwijl ze aandachtig luistert naar het gewauwel van de conducteur. ‘’Hetttt volgenduhhh staaaaationnnn issss Almeeeeeeeere Centruuuuuummmnnn.”
Het is het eindpunt, maar niet voor haar. Ze stapt over op de trein in de richting van Zwolle, die zojuist aan komt rijden. Dat het meisje niet de enige is, blijkt uit het overvolle perron. Langzaam drukken de mensen elkaar de veel te kleine intercity in. Het meisje heeft beslist geen zin om te gaan staan en besluit neer te ploffen op een krakkemikkig klapstoeltje in de hal. Nog even een selfie voor mama, of toch voor haar vriendje? We zullen er nooit achter komen, net als haar bestemming blijft alles een mysterie. Het mysterie van het reizen, elke dag weer. Het mysterie wat ons als mens verbindt.